In mei 2020 kwam ik tijdens een solo wandeling bij hunebed D14 (tussen Eext en Gieten) terecht. Ik trof daar een karakteristiek persoon, die meteen op mij afkwam en allerhande feiten vertelde over het hunebed.
Al gauw bleek de man een self-made hunebed expert. Le Coc Sportif trainingsbroek, blauwe jas met in het borstzakje een pinpas (een kleine disonant in het plaatje), sandalen waarin voeten met achterstallig onderhoud en stevig bebaard. Hij was echt boos op de ‘geleerde heren’ die hunebedden beschouwden als begraafplaatsen. Nee, het waren prehistorische kroegen, waar vertier was. En waar kinderen gebaard werden, en gevreeën (daar staat de X in EeXt voor). Ze lagen vaak midden tussen de dorpen in, als ontmoetingsplaats. Bij opgravingen zijn kommen gevonden waaruit bier gedronken werden en geroosterde nootjes gegeten werden (eikels kun je eten en koffie van zetten mits je ze roostert). Hij vertelde dat hij bezig was de hiërogliefen op deze kommen te ontcijferen. Hij meldde dat de hunebedstenen vaak in de vorm van dieren zijn. Zo is één van de stenen van D14 een mamoetkop (het oor is afgebroken). Uit vergelijk met de eerste foto’s blijkt dat de stenen behoorlijk aan erosie onderhevig zijn en het is daarom niet meer goed te zien.
Hij was 73, Op de vraag hoe hij heet kreeg ik het antwoord: ‘Hier heet iedereen Jan‘.
Hij was er met een/zijn vrouw (beide op de fiets), maar ze bleef op de achtergrond. Toch knoopte ik nog even een gesprekje aan. Ze gaf aan de stenen te kunnen horen zingen. Al met al een erg bijzondere ontmoeting.
Toen ik tijdens een andere wandeling aan een dame uit Eext vertelde over deze ontmoeting, meldde zij dat zij hem kent en dat dit ‘Mus‘ is volgens haar buurvrouw. Haar pony schrikt altijd van zijn verschijning. (Overigens is genoemde dame inmiddels de reden dat ik nu aspriant Eexter ben.)
‘Mus‘ blijkt bij nader onderzoek Jan Evert Musch te zijn en hij woont in Eext. Hij is vooral bekend vanwege de pamfletjes die hij (opgerold met een touwtje erom) tussen de stenen van de hunebedden rondom Eext steekt. De pamfletjes zijn met de hand volgeschreven in verschillende talen en doordat ze ogenschijnlijk vaak gekopieerd zijn, zijn ze moeilijk te ontcijferen.
Pamfletje bij D13, zo goed en zo kwaad als het ging ontcijferd:
Stienbarg – Holbargie – Døre hen ander wereld
Holbargie/stienbargie hef nog wal totan zowat 1750 in gebruuk west as vanolds en soortement konsultaasieburoo van de witwieven-wickersen; geboortenhelpsters met kruudenkennis; en wichelen naor toukomst en verløren zaoken. Doezenden jaoren ervaorings en ingevings van moment-touval. Eerdbargie met pattie in vorm van krømstaf (kroeze); Maonloop (=♀D∿); et stienen opkaomerie (keboffie) met stien en B+G “Tougang+drej bomen as vørm hørkend wieffie; maor ok as børst van (trotse) trøt (Gertrude – de witte vrouwe van de berg) – toenster. Drej dakstienen verbørgen in het dørp, dou ±1760 nederhalerts der en “grafkelder” van hebben wollen zoals bej Johan Picardt 1660 as “holle bergjes” van “witte wijven” oproupen daon, te “verstooren”. Ien dakstien is in 1976 deur het dørp weeromdaon; 1871 deur moermarke schonken an previnsie; maor møt van VN/Unesco, weerøm an de old-ixter/oostermoerder; met de vonsten van oetgraovings.
This stone chamber in earth hill will have been started ±5.000 yrs ago, and was used until ca. 1750 AD by Nørses, “white women”. With trees on top the shape was that of the Godess. Like everywhere not as a grave; rather at contrary. Path form north as in shape of crozier staff. Once, 3 roofstones were rescued an hidden ±1750 by natives, one brought back in 1976. Part of a much larger landscape figuration that still has the shape of the Birth Helper/medicine women i wi “as in” wikca/wickerwork/weaving/wisdom. Stone at west: door to other world in the local oral tradition. Six stones once as half moon to east D12 much in ruin now; To north; take in Eext, Keukenhof westwards into the fields, yielding crops for thousands of years.
Nadat Johan Picardt in 1660 oproept tot “verstooren van de holle bergjes en ander duyfelswerck”, is het nog steeds niet afgelopen. Overal met dan al duizenden jaren bestaande gebruik door “witte wieven” voor alles ter bevordering van de kringloop des levens, geboortehulp; doorgeven van de natuur+kultuur “religie” met godin (an/na, ac/ca, hille/holle-holle, gertrude). Pas rond 1750 begint hier pas de sloop (+desinformatie over alsof “grafkelder”: wat blijft ondanks meer dan 250 jaar andere bevindingen bij opgraven) intussen is al een tijd, weer de terugvinding begonnen van de aanleg in “goden” vorm (Michael Danaes 1977, prof. Dr. Marije Ombutas 1998) en teruggaven zijn de toen door de overheden; ingevolge van enesco resoluties, aan de nabestaanden. In noord-Nederlands gebied zijn er wel 125 zulke plaatsen geweest, maar allen verwoest en verminkt en er dus tot op heden bewuste desinformatie over verspreid. Maar nu worden er ook weer de “aardekrachtplaatsen” herkend, waar vaak, al meer dan 100.000 jaar, mens-dier-natuur in harmonie leven, waarvan veel te leren; van deze “te-rechter-beter-kultuur” [trechterbeker cultuur?]! Van boeren, boerinnen, boeren geborelingetjes en trotste geboortehelpsters [boer = buur, nabuur].
Jan Evert Musch – ****** – 946* ** Eext – Weerømvindings van eerder – paleoantropologie (avalancelotje)
Ik kom Musch met enige regelmaat tegen, inmiddels met ferme tred achter een rolator of zittend bij een hunebed, en zwaai dan naar hem of maak een praatje (zoals op 23-10-2021, onderstaande foto’s). Geweldig!